Onder de kop ‘Waas rondom zaak lijkschennis’ in de Ware Tijd, werd het volgende vermeld. Er zou na interview met Kps- woordvoerder, Letitia Pinas, duidelijk gebleken zijn dat er zowel sprake van lijk- als grafschennis zijn vanwege beschading aan het graf en het lijk.

Maar het Korps Politie Suriname sprak dit bericht tegen, omdat de medewerkster van de afdeling Public Relations( PR), Pinas Letitia, nooit een interview heeft afgestaan aan geen enkel medium het artikel rakende. Derhalve doet de politie afstaan omtrent de verdraaiingen en onjuistheden in het artikel die van de hand van verslaggeefster Kimberley Bishun van DWT kwam. Laatstgenoemde had wel naar de afdeling PR gebeld, maar kreeg als antwoord dat de politie nogsteeds bezig is met het onderzoek.

De schrijfster van het artikel insinueerde dat er al gesproken was met de familie, ook dit sprak de politie tegen. Verder wilde de journaliste weten welke afdeling belast is met het onderzoek, opdat zij persoonlijk contact wilde. Haar werd medegedeeld dat die afdeling ook niet bevoegd is informatie te verstrekken. Alleen bij de afdeling PR heeft die bevoegdheid. De verslaggeefster nam geen genoegen mee en ging de afdeling Kapitale Delicten op 18 februari persoonlijk bezoeken. Wederom kreeg ze nul op haar request en dat ze geduld moest betrachten tot donderdag. Toen kwam de journaliste op de proppen met verdraaiingen en onwaarheden in haar artikel. Ze gaf aan dat de gemeenschap op donderdag op informatie mag rekenen.

De inspecteur die haar die dag te woord stond, gaf aan dat de afdeling PR nimmer de journaliste die informatie gaf. Ook zou de verslaggeefster hebben aangegeven dat mensen die door waren geïnterviewd het zwijgen waren opgelegd, is een pertinente leugen.

Aan journalisten en verslaggevers is het beroep gedaan om met de juiste informatie van de afdeling PR te werken en die niet te verdraaiien. En journalisten zijn vrij om andere bronnen aan te boren voor informatie, maar zonder verwijzing naar de PR van het KPS.