foto-Boldewijn-ClarissaDe politie van Zanderij kreeg op maandag 30 januari omstreeks 19.00 uur de melding dat er tussen mast 47 en 48 aan de Afobakkaweg ongeregeldheden waren opgemerkt. Op aanwijzing van een burger die de melding had gedaan, werd de plek aangedaan. De wetsdienaren troffen persoonlijke spullen aan. Onderzoek in de directe omgeving leverde niets op. Omstreeks 21.00 uur is het onderzoek gestaakt vanwege het feit dat de wetsdienaren niets meer konden waarnemen in het donker. Intussen waren de afdelingen Kapitale Delicten en Forensische Opsporing ingeschakeld. Het gebied werd gelijk afgezet en bewaakt. Op dinsdag 31 januari werd het onderzoek voortgezet.

In een straal van ongeveer 10 kilometers waar de stille getuigen werden aangetroffen, is er een onderzoek ingesteld. Dat heeft geresulteerd in het ontdekken van een oneffen grond. De omgeving werd afgezet en is de politie gestart met graven. Het lijk van een vrouwspersoon in verre staat van ontbinding werd na een graafzoektocht uit de grond gehaald.

Het lijk is door de familie geïdentificeerd als te zijn de in leven geheten Clarissa Boldewijn.
De 20-jarige Clarissa is op maandag 23 januari, omstreeks 08.00 uur van huis vertrokken in het voertuig van haar moeder. Zij had als bestemming de Anton de Kom Universiteit en is sedertdien niet terug gekeerd.

Het voertuig waarin de vermiste haar woning had verlaten is een dag later aan Groenhartweg,uitgebrand, terug gevonden. De politie startte gelijk een onderzoek nadat de aangifte door de familie was gedaan.
De afdeling Kapitale Delicten heeft op donderdag 26 januari de 33-jarige Jonathan L. aangehouden in het onderzoek.

Het lijk is na afstemming met een lid van het Openbaar Ministerie in beslaggenomen. Tijdens het onderzoek kon de politie nog niet met zekerheid stellen dat het in deze ging om het lijk van de vermiste Clarissa Boldewijn. Die vaststelling moest de politie krijgen van de nabestaanden, in deze de ouders van de jonge vrouw.

Deze zouden door de politie in kennis worden gesteld op de gebruikelijke wijze en begeleid worden naar het mortuarium om de identificatie te verrichten.

De journalist Saskia Bandhan van Dagblad Suriname nam de bevoegdheid als journalist om contact op te nemen met de familie van de vermiste en hen in kennis te stellen dat er een lijk door de politie wordt opgegraven. Hierdoor zijn de nabestaanden getogen naar de plek des onheils. De familie die al heel veel verdriet heeft, wordt geconfronteerd met een situatie waarin zij hun dierbare liever niet zouden willen zien.

De politie betreurt het dat er geen rekening wordt gehouden met het leed van anderen.