Minister Soewarto Moestadja van Arbeid heeft het nieuwe Arbeidsadviescollege (AAC) geïnstalleerd. Het college, dat maandag 12 maart 2018 is ingericht, wordt geleid door de jurist, Jurgen Tamsiran, die van huis uit advocaat is. Bij deze gelegenheid benadrukte de minister de rol die het AAC dient te spelen bij de vernieuwing van de arbeidswetgeving. Zo zal het nieuwe AAC volgens hem het werktempo moeten opvoeren om het voornemen ter volledige modernisering van de arbeidswetgeving in deze regeerperiode te concretiseren.

Vernieuwing van de arbeidswetgeving is volgens de minister noodzakelijk op basis van de grote veranderingen die zich in de loop der jaren hebben voorgedaan op het vlak van arbeid en economie in Suriname. De huidige arbeidsverhoudingen en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt verschillen hemelsbreed met de situatie van 80 jaren geleden toen de arbeidswetgeving zich begon te ontwikkelen in ons land. Voorts moet de arbeidswetgeving volgens de bewindsman, een dienende functie vervullen voor de macro-economische doelen die de staat nastreeft. Bij het proces van vernieuwing worden de richtlijnen van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en de wetgeving binnen de CARICOM in acht genomen.

Het tracé naar vernieuwing is in 2015 ingezet. Intussen zijn al 6 arbeidswetten goedgekeurd door de Nationale Assemblee (DNA), terwijl er nog 4 ontwerpwetten gereed staan om in behandeling te worden genomen door het parlement. Bij de Staatsraad zijn er nu 3 wetten in behandeling die naar verwachting spoedig door de president aan het parlement zullen worden aangeboden voor goedkeuring. In het verder tracé naar vernieuwing staan er nog 8 ontwerpwetten op stapel bij het ministerie. Een van deze in voorbereiding zijnde wetten zal deze week nog aan het AAC worden aangeboden. Het gaat in deze om het ontwerp Minimumloon ter wijziging van de huidige wet Minimumuurloon.

In het traject naar goedkeuring van een arbeidswet door DNA, is het AAC het eerste van de vier stations die het ontwerp moet aandoen. Middels het AAC verschaft het ministerie van Arbeid inspraak aan werkgevers en werknemers in wettelijke bepalingen op het gebied van arbeid. De minister van arbeid dient volgens de wet op het AAC-rekening te houden met het advies van dit college dat neerkomt op de zienswijze van werkgevers en werknemers. In het college zitten vertegenwoordigers van de overheid, het bedrijfsleven en de vakbeweging. De zittingsperiode is twee jaar.

Het harmoniseren van verschillende inzichten en tegenstellingen binnen het AAC, ziet de nieuwe voorzitter als zijn grootste uitdaging. Hij is vastberaden om binnen de vastgestelde wettelijke termijnen de minister te voorzien van adviezen die betrekking hebben op arbeidswetten.