Minister Mike Noersalim van Binnenlandse Zaken heeft deze week een beleefdheidsbezoek gehad van de aartsbisschop van Palembang (Indonesië), de hoog waarde heer Aloysius Sudarso. Dit bezoek is in het kader van de nauwe band die is gaan groeien tussen de katholieke kerk in Suriname en die in Indonesië, sinds de komst van drie religieuze zusters en een priester uit het Aartsbisdom Palembang, naar ons land.
De drie religieuze zusters en priester zijn al ongeveer een jaar in ons land en zetten zich in voor onze kerk en samenleving. Bisschop Karel Choennie van Paramaribo, die aartsbisschop Sudarso vergezelde, zegt dat met dit bezoek zij de goede betrekkingen die Suriname met Indonesië heeft, in het bijzonder tussen beide kerken, te willen versterken. “Momenteel zijn er drie religieuze zusters die hier werken en wel in het Rooms Katholieke Ziekenhuis. De minister heeft te kennen gegeven dat de staat Suriname en de verschillende godsdiensten samenwerken om de maatschappelijke problemen die wij onder andere hebben in de medische zorg, in het onderwijs en op sociaal maatschappelijk gebied, op te lossen”, zegt de Bisschop Choennie.
Minister Noersalim is van mening dat op het gebied van morele herbewapening, we weten dat de religieuze groepen een belangrijke rol te vervullen hebben. Ook zien we dat het van essentieel belang is om in dialoog treden met deze religieuze groepen. Dit om onder andere ervoor te zorgen dat de omstandigheden waarin er wordt gefunctioneerd optimaal is. “Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft het beleidsgebied Religieuze Aangelegenheden onder haar en vorig jaar heb ik met de verschillende religieuze groepen een dialoog gepland”, zegt de bewindsman. “We zeggen dat we in harmonie met elkaar leven en dat moeten we zo behouden. Ook hebben deze groepen hun specifieke zaken die zij onder de aandacht willen brengen. Zo zijn er bij dit bezoek probleempunten aangehaald door bisschop Choennie, waarmee de katholieke kerk zit. Hiervoor heb ik als minister een luisterend oor en heb van gedachten kunnen wisselen over mogelijke afspraken in de nabije toekomst.”