Minister Mike Noersalim van Binnenlandse Zaken heeft op vrijdag 20 april de Gemengde Interdepartementale Adviescommissie geïnstalleerd. In de commissie zitten vertegenwoordigers van het Kabinet van de Vice-President, van de ministeries van Binnenlandse Zaken, Financïen en Arbeid, en van de Centrale Bank van Suriname. De installatie heeft plaatsgevonden op het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken draagt verantwoordelijkheid voor twee van de drie sociale wetten die de regering heeft ingevoerd. Het gaat om de Wet Nationale Basiszorg en de Wet Algemeen Pensioenfonds. “De regering heeft gemeend om niet alleen de implementatie van deze wetten te optimaliseren, maar ook waar nodig aanvullingen te laten plegen waar de wetten niet volledig zijn.” De commissie zal minister Noersalim ondersteunen en adviseren hierin en ook bij de uitvoering van de wetten.

De commissie wordt geleid door Nazir Eskak, beleidsadviseur op het ministerie van Binnenlandse Zaken. Verder hebben zitting in de commissie: Y. Leerdam-Marte van het ministerie van Biza, tevens secretaris, S. Codrington, van het ministerie van Biza, A. Ramdan van het Kabinet van de Vice-president, J. F. Tawjoeram namens het ministerie van Financiën, S. Moestadja van het ministerie van Arbeid, F. Koningverander van de Centrale Bank van Suriname. Joemanbaks en T. Masé zijn tot de commissie toegevoegd als adviseurs. Zij hebben meegewerkt aan de formulering van de wet. Joemmanbaks heeft de commissie kort toegesproken. “De wetgevingsjurist weet dat een wet nooit volledig is, wij zijn altijd bezig met het uitbouwen en het verzamelen van nieuwe inzichten en nieuwe formuleringen.”

Een voordeel voor de commissie is dat voor de wet basiszorg er al premies zijn vastgesteld. Voor de pensioenwet moeten de uitvoeringsorganen van de wetten basiszorg en minimumuurloon hieraan eenduidigheid brengen. Joemmanbaks heeft ook gevraagd om rekening te houden met de indiening van de suppletoire begrotingen en de tijd die is gegeven aan de commissie om te werken, bij het samenstellen van voorstellen en staatsbesluiten. “Op zich is er geen deadline, maar wij gaan wekelijks heel veel werk moeten verzetten”, aldus Joemmanbaks.