Het ministerie van Binnenlandse Zaken (Biza) geeft via haar afdeling Religieuze Aangelegenheden zoveel mogelijk ondersteuning aan religieuze organisaties, die behoren tot de verschillende geloofsovertuigingen. Vroeger kwam de ondersteuning in de vorm van subsidie tot uiting. Tegenwoordig geschiedt dat middels het bezoldigen van een Voorganger of een Imam. Het gaat hierbij om geestelijken die voorgedragen worden door de religieuze organisaties zelf.

Uit het toekennen van de maandelijkse bezoldiging is voortgevloeid dat deze geestelijken tot ambtenaren behoren. Voor hen gelden dan ook de rechten en de plichten die zijn vervat in de Personeelswet. Volgens beleidsadviseur Stanley Soeropawiro kregen vroeger alleen kerken een subsidie, maar tegenwoordig wordt deze subsidie toegekend aan alle religieuze organisaties van verschillende geloofsovertuigingen. Deze subsidie geschiedt in de vorm van het bezoldigen van een Voorganger of een Imam, ook wel Bezoldigde Geestelijken genoemd. Elke organisatie kan een geestelijke voordragen, die bezoldigd wordt door de overheid. Deze bezoldigde geestelijken behoren ook tot landsdienaren of ambtenaren en dienen zich als zodanig ook aan de Ambtenarenpersoneelswet te houden. Dat betekent dat zij zich ook dienen te houden aan de rechten en de plichten die vervat zijn in deze wet.

Als ambtenaar in vaste dienst hebben bezoldigde geestelijken recht op ziektekostenverzorging, kinderbijslag en pensioen. Degenen die op contractbasis zijn aangenomen, kunnen met de nieuwe pensioenwet ook in aanmerking komen voor pensioen, indien zij de 60-jarige leeftijd bereikt hebben. De bezoldigde geestelijken dienen daadwerkelijk het werk van een geestelijke succesvol te verrichten. “Het is daarom erg belangrijk dat de bezoldigde geestelijken het religieuze werk serieus aanpakken”, zegt Soeropawiro. Op deze manier kunnen problemen worden voorkomen. Uiteindelijk gaat het om een subsidie van de overheid, waar positieve resultaten tegenover moeten staan.