“Suriname staat nationaal en internationaal bekend om het organiseren van goede, transparante en democratische verkiezingen. Binnen de verkiezingsorganisatie zal om die redenen in de fase van voorbereidingen ook bijzonder de nadruk worden gelegd op de samenwerking met andere verkiezingsactoren”. Woorden van minister Mike Noersalim van Binnenlandse Zaken (Biza) tijdens een introductiebijeenkomst deze week met het College van Districtscommissarissen in het kader van de komende algemene, vrije en geheime verkiezingen.

Volgens artikel 86 van de Kiesregeling is de vaststelling van de dag van de verkiezingen voorbehouden aan de President van de Republiek Suriname. “Wij gaan ervan uit dat die op 25 mei 2020 zal plaatsvinden. Dat is vanaf nu gerekend nog krap twee jaar. Misschien lijkt dat nog ver, doch een goed en tijdig begin is het halve werk, die ons onnodige stress en spanningen zal besparen. Daarenboven is ons streven gericht op kwaliteit. Kwaliteit houdt hier in het correct, ordelijk en feilloos de verkiezingen laten verlopen,” sprak minister Noersalim de districtscommissarissen toe. In 2019 zal het ministerie van Binnenlandse Zaken de pre-electorale fase ingaan. Daarna zal in 2020 de overgang worden gemaakt naar de electorale periode. De bewindsman benadrukte dat Biza de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede verkiezingen niet in haar eentje draagt, maar dat het gaat om een gezamenlijke verantwoordelijkheid waar diverse werkarmen en actoren bij betrokken zijn. “Het ministerie van Binnenlandse Zaken alsmede de regering zijn van hun verantwoordelijkheid en haar plicht, bewust de verkiezingen met prioriteit te organiseren en uit te voeren”, zei de minister. De ervaring leert dat naar gelang de dag van de verkiezingen nadert, de verkiezingswerkzaamheden een hoger tempo van uitvoering vereisen. Aan het college van districtscommissarissen wordt in dit kader belangrijke taken en verantwoordelijkheden toegekend. Minister Noersalim gaat ervan uit dat de districtscommissarissen de opgedragen taken serieus naar behoren zullen uitvoeren en spoorde hen aan om gebruik te maken van de opgedane praktijkervaringen. “Een goede, heldere communicatie met alle betrokkenen is een voorwaarde om misverstanden te voorkomen”, aldus de bewindsman.