In De Nationale Assemblee (DNA) heeft waarnemend president Michael Ashwin Adhin uitleg gegeven over de kwestie Alcoa. De bewindsman merkte op, dat er beperkingen zijn in de Brokopondo Overeenkomst en dat de presidentiële onderhandelingscommissie alles heeft gedaan om het beste voor Suriname te bereiken.

Op basis van de wettelijke beperkingen heeft de multinational geprobeerd maximaal munt uit te slaan uit de situatie, zei de vice president. Er is hard ball gespeeld maar uit de ‘’definitive agreements’’ blijkt ook dat de onderhandelingscommissie eveneens hard ball gespeeld heeft. De commissie heeft ondanks de beperkingen het maximale uit de onderhandelingen kunnen halen, stelt waarnemend president Adhin. Zo is er een bedrag van U$ 325 miljoen beschikbaar om de milieuschade te herstellen. Indien blijkt dat de kosten hoger uitvallen zullen die ook gedekt worden door de multinational. Daarnaast is de achterstand van de stroomrekening van U$ 48 miljoen teruggebracht naar U$ 4.8 miljoen.

‘’Wij hebben kunnen voorkomen dat Bakhuys gegijzeld werd’’, stelde de waarnemend president. Ook is afgesproken dat de Afobakka Stuwdam in plaats van 2033, op 31 december 2019 in handen van Suriname komt. Als de onderhandelingscommissie van de Staat Suriname zich niet keihard had opgesteld zouden deze verworvenheden niet geboekt kunnen worden, aldus de bewindsman. Hij ziet graag dat de bauxietindustrie verder gecontinueerd wordt en kijkt uit naar voorstellen en ideeën. Volgens DNA-voorzitter Jeniffer Geerlings-Simons is het duidelijk dat Suriname niet altijd netjes is behandeld door de Alcoa. Ze vroeg aan de regering de Brokopondo Overeenkomst de-jure te beëindigen alvorens de ontmanteling van de raffinaderij te doen plaatsvinden. Het parlement wacht op de overeenkomsten die door de regering komende maand worden opgestuurd zodat er verdere stappen genomen kunnen worden.