In een bestuursvergadering van het IMF is op vrijdag 16 november het Suriname rapport over de recente economische ontwikkelingen en beleidsvooruitzichten behandeld. De analyse betreft de periode 2016-2018 en de verwachtingen voor 2019 en erna. Bestuursleden of Executive Directors, die 189 landen vertegenwoordigen, gaven aan eens te zijn met de analyse van het IMF-staf team en spraken ook steun uit voor de beleidsvoornemens van de Surinaamse autoriteiten.

Het IMF-team onder leiding van missiehoofd Ali Alichi geeft in het rapport aan dat Suriname herstelt van de diepe recessie van 2015-16, de groei weer positief is, de inflatie is teruggebracht tot enkelvoudige cijfers, de reële rente is gestegen en de externe positie is versterkt. Het team wijst erop dat de economie sterk afhankelijk blijft van de minerale sector en dat fiscale, monetaire en banksector kwetsbaarheden nog aanwezig zijn. Als hoofdaanbeveling stelt het staf team, dat gerichte acties vereist zijn om de begrotingspositie op een duurzaam pad te brengen, het monetaire kader te moderniseren, het bankwezen te versterken en de basis te leggen voor sterke, duurzame groei.

Het rapport bevat tevens de gedachtenuitwisseling en beleidsdiscussie die met de autoriteiten is gevoerd. Het eerste punt waarover instemming bestaat is dat de economie van Suriname na een diepe recessie is gestabiliseerd en dit een raam opent om langdurige problemen aan te pakken. De stabilisatie van de economie creëert een kans om de centrale uitdagingen in de vorm van de zwakke begrotingssituatie en een hoge overheidsschuld, de zwakke plekken in de banksector en de nodige economische diversificatie en structurele hervormingen aan te pakken. De instelling van InvestSur wordt als een mijlpaal ervaren en ook het bestuur moedigt aan dat de rol van InvestSur succesvol wordt uitgevoerd.

Als tweede is geopperd dat de externe positie is verbeterd door de toename van de export van goud maar vooralsnog kwetsbaar blijft vanwege het volatiele karakter van de internationale grondstoffenprijzen en zolang de exportbasis eenzijdig blijft. Het geschikte antwoord zowel voor het staf team als de autoriteiten is een voortgaande diversificatie van de economie, waartoe de randvoorwaarden aangesterkt dienen te worden, zoals verbetering businessklimaat, oplossen van financieringsbelemmeringen voor de private sector en een stabiele macro-economie. De autoriteiten zien echter meer heil in een stabiele wisselkoers, dan een volledig zwevende, zolang er echter sprake is van voldoende vreemde valutaliquiditeit en een import-dekkende deviezenreserve.

De autoriteiten en het IMF zien ook uitdagingen in het verlengde van het overheidsfinanciën beleid, het schuldenbeleid en het internationale investeringsbeleid. Voor het overheidsfinanciën beleid is de sleutel het creëren van een gebalanceerde oplossing voor de vele uitdagingen. De overheidsschuld in relatie tot het BBP is hoog en dient te worden verminderd, zonder de ruimte voor nodige investeringen op te offeren. Uitgaven prioritering is daarom essentieel en het voorkeur geven aan groei-gerichte kapitaalsinvesteringen. Het aangaan van leningen tegen zachte voorwaarden en het vroeger aflossen van dure leningen passen ook binnen deze strategie. Voorts is de overheid het eens met de introductie van een medium-termijn anker voor fiscaal beleid, zoals het tekort van de niet-minerale sector, en een afstemmen tussen de besparingen via het spaar- en stabilisatiefonds met het medium-termijn schuldentraject en met de planning van ontwikkelingsinvesteringen.

In de diepte van het overheidsfinanciën beleid zijn het treffen van inkomstenverhogende maatregelen en het terugdringen van de stijgende loonkosten en de uitgebreide subsidies de prioriteiten waarover de autoriteiten en de staf het eens bleken. De overheid benadrukte haar committering aan de BTW en andere inkomstenbronnen, zoals de rij- en voertuigen belasting, evenals de hantering van het medium-termijn fiscaal ijkpunt op basis van de primaire balans voor de niet-minerale sector.

De staf stelde dat de risico’s voor de vooruitzichten op de korte termijn in evenwicht zijn, maar voor de middellange termijn kunnen toenemen. Een groei-economie is daarom noodzakelijk en de meest essentiële voorwaarde om fiscale en externe risico’s te verminderen. Hierover zijn de autoriteiten en het IMF het volledig eens.

Tijdens haar vergadering moedigde het IMF-bestuur ons land aan om het huidige economische klimaat te gebruiken om beleidsbuffers op te bouwen, de veerkracht te vergroten en een gediversifieerde en duurzame groei te bevorderen.