De niet residerende ambassadeurs Z.E. Lim Juay Jin van Maleisië, Z.E. Stefan Mera van Roemenië, Z.E. Nils Martin Gunneng van Noorwegen, Z.E Musthafa Mohamed Jaffeer van Sri Lanka en Z.E. Juan Anibal Barria van Chili, hebben hun geloofsbrieven overhandigd aan de president van de Republiek Suriname Z.E. Desiré Delano Bouterse. Dit deden zij op woensdag 12 december jongstleden op het presidentieel paleis.
De ambassadeur van Maleisië Lim Juay Jin gaf aan, dat voor wat betreft de relatie en samenwerking tussen Suriname en Maleisië, beide landen er het beste uit willen halen. Voor ambassadeur Mera van Roemenië, was het bezoek aan de president een belangrijk moment. “Na lange tijd is er weer een ambassadeur voor Suriname. Wij hebben veel tijd verloren in het verleden en wij willen die zo gauw mogelijk inhalen”. Ook is de ambassadeur hoopvol gestemd dat zaken goed zullen verlopen tussen de beide landen en dat de doelen die op papier gezet zijn heel gauw gerealiseerd zullen worden.
De goede bilaterale relatie tussen Noorwegen en Suriname werd tijdens het bezoek van ambassadeur Gunneng aan president Bouterse besproken. De ambassadeur gaf aan dat Noorwegen erg onder de indruk is van de manier waarop wij in Suriname omgaan met onze bossen.
De ambassadeur van Sri Lanka Musthafa Mohamed Jaffeer, sprak van een vruchtbaar gesprek. In de toekomst zal er volgens hem op een aantal gebieden samengewerkt worden waaronder onderwijs, irrigatie, energie en andere belangrijke gebieden.
Ambassadeur Juan Anibal Barria van Chili die niet uitgesproken was over de schoonheid van Suriname, gaf verder aan dat het gesprek en de ontmoeting met het staatshoofd buitengewoon was. “Het is een grote eer om ambassadeur te zijn van Chili voor dit prachtig land”, sprak de ambassadeur. Ook de bilaterale relatie is volgens hem op een heel goed niveau. “Het is mijn taak om Suriname te promoten in Chili, om op die manier meer Chileense toeristen naar Suriname te krijgen”, benadrukte de ambassadeur. Volgens hem zijn er plannen om op verschillende gebieden samen te werken vooral in de mijnindustrie.
