Het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BUZA) organiseerde een seminar, betreffende de toekomst van de African Caribean Pacific European Union (ACP-EU) partnerschapsovereenkomst, het Post Cotonou traject. De Cotonou-overeenkomst verloopt in maart 2020 en vanaf oktober 2018 zijn de partijen in onderhandeling getreden, om over de opvolger van deze overeenkomst te onderhandelen. Dit seminar werd gehouden op woensdag 16 januari 2019.

Minister Ildiz Polack-Beighle van Buitenlandse Zaken sprak de participanten toe door aan te geven dat de mogelijke invloed van deze ontwikkelingen op het ACP-EU-partnerschap in een nationaal, alsook ACP-EU-verband goed dient te worden bestudeerd. De ontwikkelingsrelatie met de EU is niet onbekend in Suriname. Middels het eigen financieel mechanisme en het Europees Ontwikkelingsfonds heeft Suriname via het nationaal indicatief programma dat voor bijna 100% bestaat uit ontwikkelingsfinanciering, vanaf de 7e cyclus deelgenomen in deze vorm van samenwerking. Uit dit samenwerkingsverband zijn er relatief grote projecten gefinancierd.

We denken hierbij aan, “De voordelen in onze agrarische sector met de herstart van Surland, met de Food and Agricultural Industries, meer bekend als FAI als opvolger op economisch- en handelsgebied”. Er kan verder verwezen worden naar de vernieuwing van de Nieuwe Haven. “Mede door deze ontwikkeling is onze haven reeds enkele jaren uitgeroepen tot de beste haven in het Caraïbisch gebied; Infrastructuur, toerisme, handel, onder andere door de aanleg van de weg naar Southdrain, waar de veerverbinding met Guyana wordt onderhouden. Ook de in stand houding van ons cultureel erfgoed, waarbij de kathedraal recent restauraties heeft ondergaan”, aldus de buza-minister.

Suriname heeft heel concreet in de landbouw, handel, toerisme, cultuur, maar ook veiligheid voordeel gehaald uit dit partnerschap. De genoemde voorbeelden gelden ter illustratie van tastbare resultaten die een ongekende impact hebben gehad op de verdere ontwikkeling van onze republiek.

Tijdens de consultatie kwamen enkele belangrijke zaken aan de orde, zoals de noodzaak tot: gedegen betrokkenheid, relevante stakeholders op gang brengen, geïnformeerd te worden over de constructie van de opvolger van de ACP-EU-samenwerking en het maximaliseren van deze samenwerking. Een projectie maken over de toekomstige samenwerking, redenerend vanuit het nationaal belang en de nationale prioriteiten, is ook besproken. Verder werd er beraadslaagd over hoe ons land beter kan inspelen op de vastgestelde mogelijkheden, door concrete input aan te dragen. De participatie van Suriname zal gebaseerd moeten zijn op duurzame ontwikkeling.

Met betrekking tot de economische partnerschapsovereenkomst werd benadrukt dat handel met vooral de ACP-landen moet worden gestimuleerd, in het bijzonder met de Caraïbische en Afrikaanse landen. “Er moet ook een denktank komen met als belangrijke participanten, de ambassade van Suriname in Frankrijk, de ACP-EU nationale werkgroep, het parlement, de universiteit en het bedrijfsleven, zodat periodiek aan informatie-uitwisseling kan worden gedaan. De media kan op dit vlak een essentiële bijdrage leveren”, gaf de bewindsvrouw per slot van rekening aan.