De minister van Financiën heeft een audit-onderzoek moeten gelasten van de internationale reserves in beheer bij de Centrale bank van Suriname (CBvS). Er zijn onregelmatigheden aan het licht gekomen, die zich hebben afgespeeld gedurende het bewind van Glenn Gersie als Governor van de Bank in de periode 1 februari 2016 tot en met 15 februari 2019.

Uit cijfers – waarover de transparantie overigens steevast geweigerd werd door de ex-Governor – blijkt nu dat er financiële transacties zijn gepleegd die voorlopig op zijn minst als dubieus bestempeld kunnen worden.

Er is boven water komen drijven dat in een aantal gevallen de US-dollar verkopen aan SOL voor olie-importen niet langer rechtstreeks door de moederbank ter hand werden genomen, maar via een constructie met de Hakrinbank en De Surinaamsche Bank (DSB). Dit was nooit eerder een gebruik omdat de deviezen voor de olie-import onder het beleid van handel- en economische stabiliteit vallen en tot dan toe derhalve altijd aan de moederbank waren toevertrouwd. Werken met de centrale bank koers, heeft het voordeel dat er geen extra druk op de valutamarkt komt. Deze verkoop van ongeveer 38 miljoen dollars (Hakrinbank 31,65 miljoen) is echter geschied tegen een “verkoop” wisselkoers ver beneden de gepubliceerde koers, wat dubieuze financiële voordelen oplevert. Normaal verdient de CBvS de wettelijke koersmarge tussen verkoop en aankoopkoers (los van provisie), maar een “voordeel” koers heeft geen recht van bestaan. De Centrale Bank heeft daarmee miljoenen SRD aan koersverliezen geleden. De Governor, zoals blijkt uit interne communicatie, is door zijn mensen gewaarschuwd over deze verliezen maar dat werd in de wind geslagen.

De financiële winsten die uit bovenstaande handelingen voortvloeien worden nu onderzocht: Waarom deze twee banken? Waarom alleen SOL? Wie gaf opdracht en waar sloeg het verschil neer? Dat het gewin naar de reserves van de moederbank ging, met andere woorden naar het land en de economie, is in ieder geval uitgesloten.

De regering zal een diepgaand onderzoek instellen en zal ook nagaan of deze betalingen matchen met de olie-importen zoals door de douane geregistreerd.

Verder wekt het bevreemding dat de CBvS cash euro’s van de Hakrinbank heeft omgezet naar girale tegoeden op rekeningen van de Hakrinbank in het buitenland (ongeveer 8 miljoen). Waarom slechts de Hakrinbank van deze faciliteit kon genieten wekt bevreemding en er zal worden nagegaan of de CBvS correct toezicht heeft toegepast op de herkomst van de Hakrinbank cash tegoeden.