Robert-Gray van Trikt

De regering heeft besloten om een nieuwe governor van de CBvS aan te stellen per 1 maart 2019. De heer Robert-Gray van Trikt zal benoemd worden tot governor van de CBvS.

Verder wordt op die datum het directeuren team versterkt door op de post van directeur Monetaire en Economische Zaken de heer William Orie en in de positie directeur Bankbedrijf en Bancaire Zaken de heer Michael Soekhnandan te benoemen. Mevrouw Ingeborg Geduld-Nijman blijft directeur Toezicht Bank- en Kredietwezen. Hiermede zal het totale CBvS managementteam zoals voorgeschreven in de Bankwet zijn ingevuld.

De aankomende governor en de dsirecteuren zullen uitvoering geven aan de taken vastgesteld in de Bankwet, zoals onder meer: (a) het beschermen van de waarde van de munt, (b) het opkrikken van de monetaire reserves, (c) het versterken en efficiënt verwezenlijken van het binnenlands en buitenlandse financiële en betalingsverkeer, en (d) het uitvoeren van prudent toezicht op het bank- en kredietwezen.

Daarnaast zal het team met vereende krachten en zeer voortvarend enkele specifieke issues aanpakken. Hieronder vallen de volgende.

  1. Goede afstemming en coördinatie met het Ministerie van Financiën ter ondersteuning van het fiscale en monetaire beleid. De tijdige en volwaardige dataverstrekking en uitwisseling van macro-economische informatie is daarbij van essentieel belang. Binnen de CBvS zal een monetaire beleidsunit worden opgezet, die de omgevingsimpulsen op de monetaire aggregaten zal doorberekenen en aanbevelingen zal doen ten aanzien van het macro-economische en monetaire beleid. De unit zal ook nauw samenwerken met de fiscale beleidsunit van het Ministerie van Financiën.
  2. Versterking van de diensten van de CBvS in het financiële en betalingsverkeer in zowel de nationale als de vreemde valuta, wat zal moeten zorg dragen voor meer transparantie, gemak, kosten-efficiëntie en vertrouwen bij instellingen en het publiek.
  3. Verbetering van de ICT-infrastructuur. Dit moet allereerst het National Electronic Payments System (SNEPS), waarop alle banken zijn aangesloten voor de interbancaire transacties en clearing, versterken. Daarnaast zal er een elektronische verbinding komen met het Overheidsfinanciële informatiesysteem opdat de cashier- en bancaire diensten van de moederbank aan de staat, zoals omschreven in de bankwet, sneller en efficiënter tot uitvoering kunnen worden gebracht.
  4. Versterking van het financial risks toezicht op de banken en andere financiële instellingen, en een nauwe samenwerking met andere instanties die toezicht houden op het financiële en geldverkeer van Suriname. De CBvS zal de leiding verkrijgen over de voorbereidingen van de nationale risk assessment exercitie welke is gemandateerd vanuit ons lidmaatschap van de Caribbean Financial Action Task Force (CFATF).
  5. Publicatie van de Jaarverslagen van de CBvS zodat aan de wettelijke verplichting tot verslaglegging en verantwoording over de uitvoering van haar kerntaken wordt voldaan. Dit zal een inhaalslag behelzen vanaf het boekjaar 2015.
  6. Versterking van het bestuur van de CBvS in de zin van de erkenning van rol van de Raad van Toezicht. Hieronder vallen het voeren van regulier overleg tussen management van de Bank en de Raad en het vastleggen van de besluitvorming en de voorgenomen actiepunten opdat er een goede verantwoordingsdiscipline kan ontstaan.
  7. Hervorming van het wettelijk kader van de Bank en haar taken. Om bij-de-tijds en volgens goede internationale standaarden te kunnen functioneren, zullen de Bankwet en de verzekeringswet binnen korte termijn aan een review onderworpen worden en waar nodig aangepast. De Ontwerpwetten Kredietbureau en Depositogarantiestelsel zullen behandeld worden in DNA. In de periode 2012-2015 werden de Wet Toezicht Bank en Kredietwezen en enkele andere financiële wetten reeds aangesterkt.

De regering zal in overleg blijven met de leiding van de moederbank welk instituut een zeer belangrijke rol speelt binnen het financiële en monetaire bestel en waarmede de coördinatie ten gunste van gezond macro-economisch beleid essentieel is.