In het kader van de verscherpte exportregels van de Europese Unie (EU), zijn landbouwvoorlichters gestart met het trainen van een nieuwe groep landbouwers in Goede Agrarische Praktijken, ook wel Good Agricultural Practices (GAP). Het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) stelt als prioriteit dat alle landbouwers zich houden aan de GAP-richtlijnen.

GAP zijn een set van maatregelen, die worden toegepast om onder andere voedselveiligheidsgevaren tijdens de productie van voedsel te beheersen. De basisgebieden waarop GAP zich richt zijn onder andere:
– Traceerbaarheid van producten: om de herkomst van producten te kunnen achterhalen, dienen de nodige registraties bijgehouden te worden
– Kwaliteit en gezondheid van plantmateriaal: plantmateriaal dient gezond te zijn en de herkomst hiervan moet aangetoond kunnen worden
– Bodembeheer en -behoud: er dient duurzaam met de bodem te worden omgegaan
– Gebruik van pesticiden en meststoffen: dit dient verantwoord te geschieden. Zo mogen alleen toegestane pesticiden in de juiste doseringen gebruikt worden en moet verspilling van meststoffen voorkomen worden
– Beheer van waterbronnen: zorgen voor veilig water voor irrigatie en ook voor verwerking van landbouwproducten. Zo moet bijvoorbeeld grond- en oppervlaktewater, alvorens deze gebruikt worden, eerst onderworpen worden aan een risicoanalyse en getest worden op mogelijke vervuiling (contaminatie)
– Beheer van hulpmiddelen: deze dienen op tijd onderhouden en gekalibreerd te worden
– Bedrijfs- en persoonlijke hygiëne: ervoor zorgen dat personeel zo hygiënisch mogelijk te werk gaat. Sanitaire voorzieningen dienen aanwezig te zijn. Verder dienen verpakkingsplaatsen, werktafels, opslagplaatsen en transport(hulp)middelen steeds in goede staat van onderhoud te zijn

GAP beoogt niet alleen productie van kwalitatief hoogwaardig en veilig voedsel, maar ook het behoud van de lokale en exportmarkten.

‘Het is de plicht van het ministerie van LVV om veilig voedsel te garanderen voor een ieder’, aldus LVV-minister Rabin Parmessar. Vandaar dat ook de landbouwers die telen voor de lokale markt zich moeten houden aan de GAP-richtlijnen. De landbouwers die de GAP-training succesvol hebben afgerond, krijgen een producentencode; zo ook de exporteurs, een exporteurcode. De gegevens van beide partijen worden opgenomen in een landbouwers en exporteurs database die het ministerie aan het opzetten is.