Het proces voor de aanmaak van nieuw plantmateriaal in de verschillende ressortkantoren van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) loopt vlot. De landbouwvoorlichters zijn ruim twee maanden terug gestart met de werkzaamheden. Met de extra plantjes hoopt minister Rabin Parmessar te voorzien in de behoefte van de vraag naar plantmateriaal.

Op de verschillende ressortkantoren van het ministerie van LVV is het personeel drukdoende met de werkzaamheden om plantmateriaal te maken. Bij groente worden de zaden zoals tomaat, peper, boulanger, antroewa en kool uitgezaaid in zaaibakken. Nadat ze stevig staan, worden ze overgeplant in cups voor de verkoop. Voor de aanmaak van citrus plantmateriaal voor het oculeren worden de cleopatra plantjes als onderstam gebruikt. Deze cleopatra’s dienen eerst aangemaakt te worden; de reden dat zij worden gebruikt als onderstam is vanwege hun resistentie tegen de meeste ziekte en plagen. Middels zaden worden cleopatra’s aangemaakt en na ruim 2,5-3 maanden worden ze overgeplant in plantzakjes. Wanneer ze ongeveer negen maanden oud zijn, kunnen zij gebruikt worden voor de aanmaak van citrus plantjes.

Minister Parmessar stelt dat projecten als het vermeerderen van plantmateriaal ervoor zorgen dat Suriname meer fruit en groente gaat produceren voor zowel eigen gebruik als voor het exporteren, wat nu het geval is. Behalve het aanmaken van citrus planten, maakt het ministerie regulier ook andersoortig plantmateriaal zoals manja, guave en zuurzak. De minister hoopt hiermee een bijdrage te kunnen leveren om de grote uitdagingen voor voedselveiligheid en voedselvoorziening te garanderen.