Suriname is, via het Ministerie van Financiën, in gesprek met de diverse internationale financiële instituten, zoals IMF, IDB, IsDB, OFID en de Wereldbank, om in aanmerking te komen voor de ondersteuningsfaciliteiten die door deze instituten rondom het COVID-19 virus in het leven zijn geroepen. Dergelijke ondersteuningsfaciliteiten zijn gebruikelijk bij ingrijpende gebeurtenissen zoals bijvoorbeeld grootschalige natuurrampen en nu dus het COVID-19 virus dat de wereld in zijn greep houdt.

Op 4 maart maakte het IMF reeds bekend dat zij USD 50 miljard ter beschikking kan stellen voor de lage-inkomens en ontwikkelende landen die steun nodig hebben ten behoeve van hun gezondheidssector in het kader van de COVID-19 uitbraak. Op dinsdag 17 maart 2020 maakte de Wereldbank bekend dat zij via de Fast Track Covid-19 Facility (FTCF) ruim USD 14 miljard ter beschikking hebben voor lidlanden en bedrijven.

Het Ministerie van Financiën heeft volgens de voorgeschreven procedures de aanvragen voor Suriname reeds ingediend. Een toegewezen steunpakket kenmerkt zich vanwege het noodkarakter door zeer soepele voorwaarden en een langere aanlooptijd voor terugbetaling, waardoor de betaalbaarheid van deze lening voor reeds kwetsbare landen wordt gewaarborgd. Elk instituut heeft zijn eigen parameters op basis waarvan wordt beoordeeld voor welk steunpakket een land in aanmerking kan komen. De Wereldbank heeft reeds aangegeven dat Suriname zal kunnen beschikken over USD 5 miljoen aan noodfinanciering ten behoeve van het bevechten van het COVID-19 virus. Ook van de andere instituten wordt op korte termijn uitsluitsel verwacht.

Aanvullend geeft het Ministerie van Financiën aan dat zij, nadat deze bijdrage aan de huidige, spoedeisende medische vraagstukken zeker gesteld zijn, ook de vraagstukken van de interne economie aangepakt zullen worden met nationale actoren.