Vanwege de uitbraak van het COVID-19 virus, zal het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij sterker erop moeten toezien dat er geen voedseltekorten ontstaan in Suriname. Vooral in deze tijd waarbij voeding een belangrijke rol speelt in het geheel en het menselijk immuunsysteem versterkt dient te worden tegen het COVID-19 virus, moet LVV garantie kunnen bieden voor veilig en genoeg voedsel.

In verband met deze wereldwijde pandemie heeft minister Rabin Parmessar regelmatig overleg met zijn directie en staf van LVV. Aangezien Surinamers in staat zijn om eigen voedsel te kunnen produceren, wordt ook “zelf planten” gestimuleerd, waarbij plantmateriaal w.o. zaden en ook meststoffen nodig zijn..

Het ministerie voert deze dagen gesprekken met diverse stakeholders in de agrarische sector. Zo heeft op woensdag 25 maart 2020 er een gesprek plaats gevonden met de importeurs van zaden in Suriname. Het ministerie is tijdens dit gesprek vertegenwoordigd door mevrouw Maitrie Jagroep, fungerend directeur Landbouwkundig Onderzoek, Afzet en Verwerking (ODLOAV), mevrouw Carmen van Dijk, hoofd van de afdeling Bestrijdingsmiddelen en de vertegenwoordigers van de afdelingen Groentenonderzoek, Plantenbescherming en Kwaliteitskeuringen en Zaadunit van het ministerie van LVV.

De zaad importeurs gaven aan dat geïmporteerd groentezaaizaad en de meststoffen die ze in voorraad hebben, tot nog toe voldoende is om in de behoefte van 3-4 maanden te kunnen voorzien. Er is aangegeven dat er ook een grote vraag is naar goed zaaizaad van lokale groente variëteiten m.n. boulanger, madame Jeanette en antroewa.

Voor de monitoring van het e.e.a. zal er regelmatig contact gehouden worden tussen het ministerie van LVV en de importeurs. Ook is door de vertegenwoordigers van het ministerie toegezegd dat zij alle steun zullen bieden aan de importeurs ter garandering van voorraad zaaizaad en meststoffen.