Naar aanleiding van het artikel dat verschenen is in De Ware Tijd d.d. 11 april 2020, “Kleine vissers smeken om hulp” wenst het ministerie het volgende te stellen.

Sinds het aantreden van minister Rabindre Parmessar op het ministerie van LVV  is er aandacht besteed aan de visserijsector. In het kader van de ordening van de visserijsector zijn er tal van besprekingen geweest met de verschillende stakeholders van de visserijsector, met name de vissers, de vangst- en verwerkingsbedrijven, de vissersorganisatie, de MAS en de patrouillerende autoriteiten. Tijdens deze overlegmomenten zijn de vissers in de gelegenheid gesteld de knelpunten onder de aandacht van de minister te brengen. Er is breedvoerig gediscussieerd inzake overbevissing, de noodzaak voor opvoering van de controle op het water in de strijd tegen Illegale Ongemelde en Ongerapporteerde visserij (IOO- visserij), de inspecties op naleving van de vergunningsvoorwaarden en het vergunningenbeleid.

Suriname is een gezegend land met rijke natuurlijke visserijbronnen en het is onze taak erop toe te zien dat de exploitatie van de visserijbronnen op een duurzame wijze plaatsvindt. Het ministerie is zich bewust van de belangrijke bijdrage die deze sector levert aan de lokale eiwitvoorziening en de export van vis. Om de toegang tot de exportmarkten te garanderen dienen wij ons te houden aan de internationale regels ter behoud en instandhouding van de visserijbronnen, waaraan wij ons gecommitteerd hebben.

In het kader van de ordening van de sector zijn er tal van maatregelen genomen door het ministerie van Landbouw Veeteelt en Visserij.

Om de verdere druk op onze visbestanden te voorkomen heeft de minister publiekelijk aangegeven, dat hij geen enkel nieuwe visvergunning zal uitgeven. In navolging hiervan zijn er voor het nieuwe vergunningsjaar 2020 geen nieuwe vergunningsaanvragen aangenomen. Het ministerie heeft vervolgens op zeer transparante wijze het daadwerkelijk uitgegeven aantal vergunningen per categorie gepresenteerd aan de sector. Conform de vergunningsvoorwaarden was het maximumaantal vergunningen vastgesteld op 350, terwijl in de praktijk 543 visvergunningen zijn verstrekt voor de SK-categorie. Momenteel wordt door het ministerie modaliteiten bekeken om dit aantal terug te brengen naar een verantwoord aantal. Dit geldt ook voor de categorie bodemtrawlvisserij.

Het was meer regel dan uitzondering dat het ministerie niet tijdig de nieuwe vergunningen kon verstrekken, omdat de vergunningsvoorwaarden beschikking niet voor 20 januari van elk jaar kon worden gepubliceerd. Met veel inspanning zijn de vergunningsvoorwaarden voor het jaar 2020 sinds oktober 2019 gefinaliseerd en gepubliceerd in het Staatsblad van de Republiek Suriname. In overleg met de sector zijn de vissers ruim voldoende in de gelegenheid gesteld om hun vergunningsaanvraag compleet met de bijbehorende bijlagen in de te dienen, van begin november 2019 tot en met 15 januari 2020.

Er zijn nieuwe visserij-inspecteurs aangetrokken om de inspecties bij de verschillende aanmeer- en aanlandingsplaatsen op te voeren. Hierdoor zijn de jaarlijkse inspecties van het vissersvaartuig en het vistuig tijdig afgerond, zodat zij die voldoen tijdig voorzien kunnen worden van een geldige vergunning. De opvoering van de controles hebben ertoe geleid dat verschillende vistrawlers aan de ketting zijn gelegd door het ministerie voor langere periode, tot dat niet werd voldaan aan de vergunningsvoorwaarden mochten zij niet uitvaren. Er zijn maatregelen aangekondigd voor de industriële vissersvaartuigen bij overtreding van de vergunningsvoorwaarden in het bijzonder inzake, het vistuig en het Vessel Monitoring Systeem(VMS). Hetgeen inhoudt dat bij de eerste overtreding het vaartuig voor 2 maanden aan de ketting wordt gelegd, bij de tweede overtreding wordt het vaartuig 4 maanden aan de ketting gelegd en bij de derde overtreding wordt de vergunning permanent ingetrokken. Tevens zijn deze vergunninghouders erop gewezen dat bij het bereiken van het maximale aantal toegestane zeedagen het vaartuig ook voor de rest van het vergunningsjaar geen visserijactiviteiten mag ontplooien.

De vissers zijn in de loop van de jaren overgegaan tot vergroting van hun boten in strijd met het Kustvisserijbesluit 1980. Het ministerie is meegegaan met het voorstel van de vissers om de bootvolume, die volgens het Kustvisserijbesluit 1980 vastgesteld is op maximaal 50 m3, in het belang van de veiligheid van de vissers te verhogen en is samen met de vissersorganisatie de maximale bootvolume per visserijtype vastgesteld. De maximale toegestane inhoud van de visopslagruimte is ook in overleg met de vissersorganisaties vastgesteld.

Het ministerie is sinds 2014 begonnen met de installatie van het Vessel Monitoring System (VMS)  op de Surinaamse Zee- en Kustvaartuigen (SK). De vissersorganisatie ’s zijn ook in de gelegenheid gesteld met alternatieven te komen.  Het VMS is sinds 2007 verplicht gesteld voor de industriële visserij. Met het VMS kan de positie van het vaartuig op elk moment van de dag worden gevolgd. Tevens is het apparaat voorzien van een noodknop. Het ministerie heeft middels verschillende bekendmakingen de vissers opgeroepen om de kosten voor VMS te betalen, zodat zij hun vergunning in ontvangst kunnen nemen.  Tevens is bekendgemaakt dat indien hun zaken niet orde zijn gemaakt, er geen visserijactiviteiten ontplooit kunnen worden. Indien men toch zal kiezen om met een vervallen vergunning visserijactiviteiten te ontplooien zijn de consequenties voor hun. Het ligt in de bedoeling de gehele vissersvloot, zowel de industrie als de Surinaamse Kust vissersvaartuigen onder één VMS platform te plaatsen. Ook voor de industrie geldt dat, indien zij niet hebben betaald voor het nieuw VMS zij niet in aanmerking komen voor een vergunning 2020, desondanks zij bij een andere provider zijn aangesloten. Tot op heden zijn er voor bijkans 400 vaartuigen VMS betaald.

Volgens de vergunningsvoorwaarden zijn voor elke visserijcategorie viszones vastgesteld. Zo ook voor de SK-visserij.  Door de vergroting van hun vissersvaartuigen zijn de SK-vissers in staat veel dieper in zee te gaan vissen en komen zo terecht in de visgronden van de overige categorieën in het bijzonder de Seabob-trawlvisserij. Vermeldenswaard is dat de Surinaamse seabob-garnaaltrawl visserij de eerste tropische garnaal is in de wereld die gecertificeerd is door de Marine Stewardship Council (MSC). Deze mijlpaal heeft een enorme inspanning gevergd van de sector als de overheid. Om dit te behouden zijn er strikte voorwaarden aan verbonden en vindt er jaarlijks een audit plaats om erop toe te zien dat de strikte voorwaarden worden nageleefd. Een andere visserij kan dan ook niet toegelaten worden in hun zone zonder een gedegen onderzoek en goed overleg met de belanghebbenden.

Het ministerie benadrukt dat niet het ministerie boetes oplegt, maar het Openbaar ministerie op grond van de Wet Economische Delicten, indien blijkt dat in strijd wordt gehandeld met de Zeevisserijwet en aanverwante regelgeving.

Het ministerie heeft een faciliterende rol en zorgt ervoor dat in goed overleg met de verschillende belanghebbenden besluiten worden genomen ter instandhouding van onze natuurlijke visserijbronnen en het voortbestaan van de sector te garanderen. Echter houdt ordening van de sector ook in dat de vergunninghouders zich dienen te houden aan de vastgestelde regels.