Vanwege de uitermate penibele financiële situatie zal de Regering Santokhi/Brunswijk op 26 oktober a.s. de geplande rentelasten voor de Oppenheimer 1 lening niet kunnen betalen.

De inkomsten van de Staat zijn minimaal, mede vanwege het feit dat deze zijn verpand en/of gecedeerd voor het betalen van eerder aangegane verplichtingen. De financiële situatie is in de afgelopen maanden verder diepgaand verslechterd door de impact van de COVID-19 situatie.

President Santokhi zegt dat Suriname thans, vanwege het leengedrag van de vorige regering, niet in staat is de rente op de Oppenheimer 1 lening te betalen. De Regering tracht met alle haar ten dienste staande middelen het tij te keren en de effecten van het financieel mismanagement van de afgelopen jaren te stuiten in het belang van de Surinaamse bevolking.

Er zal veel politieke moed en durf nodig zijn om dit doel te bereiken. De Regering zal er niet voor terugdeinzen de noodzakelijke maatregelen te treffen om duurzaam herstel en gezondmaking van de economie te realiseren, zoals wij beloofd hebben tijdens de campagne, zegt President Santokhi.

Wij zijn thans genoodzaakt het besluit te nemen om de geprojecteerde USD 26 miljoen dollars aan rentelasten als gevolg van de USD 550 miljoen welke via Oppenheimer is geleend tegen een rente van 9.25%, niet te betalen.

De Regering heeft, na ingewonnen advies en serieuze overwegingen, dit besluit moeten nemen, en zal van de 30 dagen respijtperiode gebruikmaken, zoals voorzien in de overeenkomst, om gesprekken aan te gaan met de crediteuren om een pad uit te stippen en te komen tot een voor allen acceptabel en rechtvaardig arrangement.

De Minister van Financiën en Planning en van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, zullen op 30 oktober a.s. de crediteuren een overzicht verschaffen over de macro-economische en financiële situatie.

In nauwe samenwerking met o.a. het Internationale Monetaire Fonds wordt gewerkt aan een duurzame oplossing van de schuldenproblematiek van Suriname.