De voorraad NH4NO3 (ammoniumnitraat) van Newmont Suriname die was opgeslagen in de loods van Haukes NV aan de Uraniumstraat, in het resort Flora, is in zijn geheel overgebracht naar een veilige locatie buiten Paramaribo. Dit onder toeziend oog en begeleiding van het ministerie van Defensie. Hiermee is een belofte nagekomen welke Minister Krishnakoemarie Mathoera in augustus dit jaar heeft gemaakt met vertegenwoordigers van de bezorgde buurtbewoners te Flora en Tammenga.

De gevaarlijke stof is nu tijdelijk opgeslagen in een speciaal hiervoor ontworpen opslagruimte op het emplacement van Newmont Suriname in de Merian goudmijn, welke op 66 kilometer afstand ligt van Moengo.

Voorafgaand aan dit gebeuren is door buurtbewoners van met name de ressorten Tammenga en Flora bij de Defensieminister het verzoek gedeponeerd om deze gevaarlijke stof uit de bewoonde gebieden te laten verwijderen.

Dit kwam te berde nadat op 4 augustus 2020 de Libanese hoofdstad Beiroet werd opgeschrikt door een reusachtige explosie in een pakhuis waarin NH4NO3 was opgeslagen. Een explosie die slechts dood en verwoesting heeft achtergelaten. Door een speciale commissie, geïnstalleerd door President Chandrikapersad Santokhi, is er met vertegenwoordigers van verschillende bedrijven, opererend in de mijnbouwsector, aan tafel gezeten en van gedachten gewisseld over de meest veilige en adequate wijze van transport en opslag voor de diverse soorten ontplofbare stoffen die worden gebruikt in de sector.

Tevens is het proces van herziene wetgeving betreffende opslag van chemicaliën in ons land, reeds ingezet.

Deze presidentiele commissie “Inventarisatie, Advies en Optreden omtrent ontplofbare en/of gevaarlijke stoffen” is hiermee belast. De commissie is interdepartementaal en bestaat uit vertegenwoordigers van het kabinet van de President, het ministerie van Defensie, het ministerie van Justitie en Politie, NCTB, NCCR, DNV, het ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu, het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen en het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij.