Bijkans een jaar na het eerste bevestigd COVID-19 geval in Suriname, is het moment aangebroken, waarbij er een aanvang is gemaakt met de vaccinatiecampagne. De eerste twintig Surinamers hebben zich op 23 februari 2021 laten injecteren tegen het COVID-19-virus. Minister Amar Ramadhin van Volksgezondheid, die als een van de eersten het vaccin toegediend kreeg, heeft aangegeven dat de regering drukdoende is om de beschikbaarheid van het COVID-19- vaccin steeds te verbeteren.

Er wordt via verschillende kanalen getracht om voldoende vaccins binnen te halen om de bevolking in voldoende mate te voorzien. De minister gaf te kennen dat het traject van vaccinatie heel belangrijk is om de gezondheid van de samenleving in haar totaliteit te waarborgen. De regering staat achter het besluit om over te gaan tot vaccinatie, vandaar dat de bewindsman tot de groep van de eersten behoort.

Dokter Stephen Vreden heeft er begrip voor dat burgers af willen van de irritatie die gepaard gaat met het gebruik van mondkapjes. Hij zegt dat het vaccin bedoeld is voor veel meer dan dat, onder andere om te voorkomen dat onze geliefden uit ons midden worden weggerukt door het virus.

“Dat gaat ons lukken met vaccinatie. Als het aan ons ligt massale vaccinatie. Vaccinatie waar iedereen aan deelneemt, omdat je met een hoge bescherming bij de bevolking een veel betere beschermingsgraad kan bewerkstelligen.”

Hij hoopt dat naarmate er meer mensen gevaccineerd zullen worden, de negatieve informatie en angst onder de samenleving weggewerkt zal worden”, aldus dokter Vreden.