“En als ik dood ben, treur dan niet. Ik ben niet echt dood moet je weten.

Het is mijn lichaam dat ik achterliet. Dood ben ik pas als jij mij bent vergeten”

Hierbij geeft het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking te kennen, dat is heengegaan op donderdag 25 maart 2021 haar zeer gewaardeerde collega, medewerker en oud-ambassadeur Henri Albert Maria Guda. De heer Guda is geboren op 5 augustus 1933 en bereikte de gezegende leeftijd van 87 jaar.

Hij was werkzaam op het toenmalig ministerie van Algemene en Buitenlandse Zaken van 1 november 1978 – 18 juni 1996. Vanaf 1978 tot 1982 was hij ambassadeur in Speciale Dienst van het ministerie.

Hij werd op 1 mei 1982 tot november 1983 benoemd tot ambassadeur in Algemene Dienst en in november 1983 werd hij aangesteld als Permanente Vertegenwoordiger van Suriname bij de Verenigde Naties. Verder heeft hij Suriname tijdens verschillende conferenties in het buitenland mogen vertegenwoordigen.

Ambassadeur Henri Guda was ook de eerste secretaris-generaal van de International Bauxite Association, gevestigd op Jamaica.

Hij heeft in november 2020 voor het laatst zijn bijdrage kunnen leveren aan het ministerie bij de totstandkoming van de documentaire in verband met 45 jaar Onafhankelijkheid van de Republiek Suriname.

Ambassadeur Henri Guda was ook een heel sociaal mens en heeft de Surinaamse samenleving via verschillende organisaties, waaronder de Rotary Club Paramaribo, mogen dienen.

Middels deze weg condoleren wij alle nabestaanden en wensen hen heel veel sterkte toe met dit verlies.

Suriname en het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking verliezen in oud-ambassadeur Guda een zeer hardwerkende, integere en sociale burger. Zijn bijdrage en betekenis aan Suriname zullen ons nog lang bij blijven.

Minister Ramdin: “Ik herinner me ambassadeur Guda als een zeer intellectuele, wel belezen en welbespraakte collega en diplomaat. Een diplomaat pur sang en van hoog kaliber. Ik heb veel kennis opgedaan in de gesprekken met hem en hem ook als een voorbeeldfiguur beschouwd.”