“Na twee jaar kunnen we concluderen dat we goed op weg zijn. We hebben veel stappen vooruitgezet”. Tot deze conclusie komt minister Krishnakoemarie Mathoera van Defensie in een terugblik op de afgelopen twee jaar wanneer het gaat om het ministerie Defensie c.q. het Nationaal Leger. “Maar we zijn er nog niet”, erkent de bewindsvrouw. Volgens haar zal het proces van duurzaam verbeteren worden voortgezet. Minister Mathoera sprak op donderdag 11 augustus 2022 tijdens een persconferentie van haar departement waar er werd ingegaan op actuele ontwikkelingen binnen de organisatie, te weten de interne organisatie en operaties.

Zij voerde terug naar het beleidsplan waarin de zaken die het ministerie zich ten doel heeft gesteld zijn opgenomen. In het document “Een nieuw tijdperk, naar een krachtige kundige en flexibele defensieorganisatie,” zijn onder meer de missie en visie van het apparaat neergepend. Het voornaamste dat volgens de bewindsvrouw was afgesproken is dat defensie een professionele organisatie moet zijn; een die bijdraagt aan vrede en veiligheid, krachtig inspeelt op bedreigingen voor de soevereiniteit en kordaat optreedt. Minister Mathoera zegt verder: “Een organisatie die gezag afdwingt, vertrouwen uitstraalt en waar kameraadschap wordt gedemonstreerd, een innovatieve organisatie waar enthousiast wordt gewerkt, waar we van elkaar leren en Suriname boven alles zetten.”

De defensieminister benadrukt dat het personeel de meest waardevolle hulpbron is, dat niet alleen, maar ook de gehele samenleving is volgens haar belangrijk. “Want we bestaan er voor die samenleving.” Het ministerie zet zich daarom ook ervoor in om haar mensen zo competent en gemotiveerd mogelijk te maken en te laten beseffen wat hun verantwoordelijkheid is in het dienen van de Surinaamse samenleving. Dat is, volgens minister Mathoera, een continu proces in het Nationaal Leger alsook op het ministerie zelf. In dit kader wordt er kritisch gekeken naar HRM-processen. De bewindsvrouw merkt op dat binnen de organisatie heel veel processen binnen het HRM-beleid gedigitaliseerd moeten worden. Ze spreekt van een pure noodzakelijke investering. Daarnaast is ook het vereenvoudigen van processen een must.

Minister Mathoera deelde mede dat in de periode april-juli aan rechtspositionele zaken 1199 stukken zijn opgemaakt. Het gaat dan om gratificaties, bevorderingen, vaste aanstellingen en ontslagen (hetzij ontslag op eigen verzoek of oneervol). Van deze 1199 stukken zijn 528 helemaal afgerond, terwijl 671 nog in afrondend proces zitten.