Het advies van het ministerie van Arbeid ter aanpassing van het minimumuurloon is nog in behandeling bij de Staatsraad. Als dit advies de goedkeuring draagt van dit orgaan en van de president, zal het ministerie de samenleving tijdig informeren over zowel de aanpassing als ingangsdatum. Berichten in de media hieromtrent vindt het ministerie derhalve voorbarig.

Het ministerie wenst te benadrukken dat het gedane advies voor aanpassing van het minimumuurloon, op degelijke economische en sociale overwegingen berust. Ook is het advies van de minister gebaseerd op signalen die het ministerie hebben bereikt vanuit de vakbeweging en bedrijfsleven over onvoldoende aansluiting van de wet op hun opvattingen betreffende decent work in relatie tot de economie. De commissie ‘Herziening Wet Minimum Uurloon’ heeft in een eerder stadium belanghebbenden gehoord over de wet en heeft op basis daarvan haar bevindingen gepresenteerd aan de minister. Mede naar aanleiding hiervan heeft de bewindsman gebruik gemaakt van de mogelijkheid die artikel 3, lid 4, van de wet Minimum Uurloon hem biedt om middels Staatsbesluit het minimumuurloon aan te passen. Deze aanpassing zal vooruitlopend zijn op herziening van deze wet die in 2014 is aangenomen door de Nationale Assemblee (DNA) en op 1 januari 2015 in werking is getreden.

Gezien de importantie van dit vraagstuk heeft minister Soewarto Moestadja zijn advies eerder onder de aandacht gebracht van het Arbeidsadviescollege (AAC) dat tripartiet is samengesteld. Ook in de Staatsraad zullen vertegenwoordigers van de sociale partners zich uitspreken over het advies van het ministerie. Het ministerie vraagt de samenleving om slechts af te gaan op berichten hieromtrent die afkomstig zijn van het ministerie.