Wadjik is een platte koek van kleefrijst (ketan), kokosmelk en gula djawa (javaanse bruine suiker in schijven). Het vergt even oefenen om de juiste dikte te krijgen, maar oefening baart kunst! De smaak is heerlijk en deze koek doet het altijd goed op feestjes en verjaardagen.
Ingredienten
– 500 gr ketan
– 6 dl santen
– 2 pandanblad
– 1 mespuntje zout
– 3 tot 4 schijven goela djawa (kijk hoe zoet je de wadjik lekker vindt)
– water
Bereiding
– Ketan goed wassen, net zo lang tot het water helder is en een uur laten weken in water.
– meng de ketan met de helft van de kokosmelk, het zout en 1 pandanblad.
– Voeg zoveel water dat de ketan een vingerkootje (2 cm) onder water staat.
– Kook de ketan totdat het water is verdampt en laat het nog 20 minuten staan met deksel op de pan.
– Haal vervolgens het pandanblad uit de ketan.
– Smelt de gula djawa in water en voeg daar het pandanblad en de rest van de kokosmelk en eventueel nog wat zout naar smaak toe.
– Laat dit zachtjes koken tot een dikke stroop.
– Verwijder de pandan en meng de ketan door de stroop.
– Schep de ketan op een vierkante schaal waar je plasticfolie in hebt gedaan.
– Laat de ketan afkoelen in de koelkast.
– Snijd de koek dan in ruitjes en wikkel ze afzonderlijk in plasticfolie.
Tip 1: je kunt in de kokosmelk ook een stengel sereh meekoken.
Tip 2: Je kunt kokosmelk uit blik gebruiken, maar het lekkerste is om zelf santen te maken. Die doe je door verse geraspte kokos (of gedroogde kokos) in kokend water te doen en daarna boven een zeef uit te knijpen. De eerste keer is het dikke kokosmelk, herhalen voor dunnere kokosmelk. Gebruik de dunne kokosmelk voor het koken van de ketan en de dikkere voor de stroop.
Bron:Surinaamseten