De minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MINOWC), Robert Peneux, heeft op maandag jongstleden een werkgroep geïnstalleerd die het project Naschoolse Opvang en Begeleiding zal evalueren. De werkgroep telt vijf leden en staat onder voorzitterschap van Roy de Miranda.

Volgens de minister is de evaluatie een belofte naar president Desiré Bouterse toe. Deze werkgroep zal allereerst nagaan of de Naschoolse Opvang en Begeleiding geleid heeft tot positieve leerprestaties van de leerlingen op de scholen. Minister Peneux voegt eraan toe dat dit een moeilijke taak is, omdat niet alle leerlingen geparticipeerd hebben aan het project. Per school zal er nagegaan worden of de leerlingen die wel geparticipeerd hebben, betere leerresultaten hebben geboekt. De minister verwacht in het verlengde hiervan een SWOT-analyse van het project. Daarnaast moet de werkgroep nagaan hoeveel schulden er gemaakt zijn gedurende het pilot project. Ook dit zal vervat worden in een rapport.

Voorts moet de werkgroep nagaan op welke scholen het project een noodzaak is. “We moeten zoeken naar de rode scholen waar de leerprestaties het slechtst zijn. Voorts moet er aangegeven worden in welke vorm de betrokken actoren het project gerealiseerd willen zien”, stelt minister Peneux. Hij zegt een zo neutraal mogelijk werkgroep te hebben geïnstalleerd, om te voorkomen dat eigen belangen behartigd worden. Hij verwacht daarom een naar waarheid opgemaakt rapport. De Miranda zegt tenslotte een zodanig rapport op te maken, waardoor de regering de nodige aanpassingen meteen kan verrichten.