Het milieuplan van president Desiré Bouterse, welke omvat het plaatsen van vuilverbrandingsovens in dorpen verloopt vlot. Momenteel is de werkgroep die belast is met de uitvoering bezig voorbereidingen te treffen om de vierde verbrandingsoven in gebruik te nemen. Deze ingebruikname zal plaatsvinden in het dorp Atjoni in het district Brokopondo, in de omgeving van de locatie waar een mini-ziekenhuis zal worden opgezet. Deze informatie deelt Raoel Swedo, Chef Bureau Volksgezondheid met het Nationaal Informatie Instituut.

Swedo zegt dat het project voor vuilverwerking middels de verbrandingsovens vlot verloopt. “Het is een enorme opluchting voor de dorpen, omdat de bewoners hun vuil niet meer alla dol hoeven te dumpen, of in de kreken of in de rivieren of gewoon in het bos moeten verbranden met het gevaar van het ontstaan van bosbranden.” De verbrandingsovens zijn bestemd voor huisvuil en ook medisch afval wordt verwerkt. De veiligheid in en nabij de verbrandingsovens is op peil. “Het is een enorme opluchting voor dorpsbewoners die gebruik maken van de oven, omdat zij nu minder last hebben van vliegen en andere insecten.”

Het oorspronkelijk plan (pilotproject) omhelst twintig ovens die in verschillende dorpen geplaats zullen worden. Het pilotproject is nu reeds goed aangekomen, wat ertoe heeft geleid dat het staatshoofd de instructies heeft gegeven om nog 100 ovens aan te schaffen. Voorals zijn drie gebieden reeds voorzien van een verbrandingsoven. Het gaat om Wageningen, Kalebaskrees en Corneliskondre. Het ligt in de planning om de vierde oven in Atjoni op 17 juni 2019 in gebruik te nemen. Vervolgens zal Marowijne worden voorzien. “Geloof mij het wordt een landelijk project”, aldus Swedo.