In verband met de herdenking van de Javaanse immigratie zijn er een aantal activiteiten georganiseerd. President Desiré Delano Bouterse woonde de activiteiten te Mariënburg bij. Het staatshoofd heeft als onderdeel van deze herdenking onder meer samen met de minister van Regionale Ontwikkeling, Edgar Dikan, kransen gelegd bij het monument Javaanse Immigratie te Mariënburg.

De president prees de Surinaamse bevolking voor de manier waarop zij met elkaar omgaan. “Het beste dat wij hebben is onze verbondenheid” stelt het staatshoofd. We zijn een klein land maar dit mooi land export het mooiste dat er is en dat is “vrede”. De president stond verder stil bij enkele kenmerken van de Javaanse gemeenschap. Hij noemde ook de bijzondere bijdrage die deze groep heeft geleverd. “Hoe klein het werk ook is , leer je kinderen om te werken, om te studeren en mede verantwoording op zich te nemen om dit land op te bouwen”, riep het staatshoofd op.

De districtscommissaris van Commewijne, Ajaikoemar Kali, ging in zijn toespraak in op de geschiedenis van de Javaanse groep Surinamers. De burgervader riep op om alles in het werk stellen en gezamenlijk te werken aan de ontwikkeling van ons land. Hiertoe worden ons genoeg mogelijkheden geboden volgens de DC. Hij toonde zich enorm dankbaar voor de vele geloofsovertuigingen binnen ons land en het feit dat we desondanks een natie vormen. Hij onderstreept de wil van de regering om iedereen een waardig bestaan geven. De DC bracht ook de felicitaties uit aan de Javaanse en inheemse broeders en zusters.
Ook minister Moestadja, van arbeid, feliciteerde de Javanen en inheemsen van ons land met deze dag. Hij bracht zijn gehoor terug naar de komst van de Javanen toentertijd. “We erkennen dat u onderdeel van dit land bent, maar u moet even hard werken als alle andere groepen van Suriname” zei de minister.