President Chandrikapersad Santokhi heeft de zevende Topontmoeting tussen CARICOM –Cuba toegesproken. Bij die gelegenheid op 8 december heeft het Staatshoofd ondermeer de jarenlange banden met Cuba gememoreerd.

De CARICOM-landen en Cuba hebben ook een gedeelde geschiedenis, en als kleine eilandstaten en landen met een lage kustlijn, hebben zij ook vergelijkbare uitdagingen.

Suriname heeft voornamelijk de nadruk gelegd op de uitdagingen voor wat betreft klimaatverandering en de noodzaak om gezamenlijk op te trekken en klimaat financiering mogelijk en toegankelijk te maken voor onze landen middels het navolgende statement:

“Ambitious commitments for a small carbon neutral country like Suriname are being challenged by the lack of access to concessional climate financing.

I therefore reiterate the call for a global mechanism of direct and accessible financial support and Suriname stresses that the concept of leaving no one behind is now more crucial than ever before”.

Deze topontmoeting is een regulier overleg tussen de Regeringsleiders van de CARICOM en Cuba, en het lag in de planning deze 7de editie in Havana te houden. Echter vanwege de COVID-19 pandemie is deze vergadering virtueel gehouden.

Menige spreker, inclusief Suriname, heeft de waardering uitgesproken aan Cuba voor het ter beschikking stellen van medisch personeel in de strijd tegen de pandemie. Dit niettegenstaande de mogelijkheden die Cuba ondervindt als gevolg van de jarenlange economische, commerciële en financiële embargo waaronder dit land gebukt gaat.

In 1972 hebben Barbados, Guyana, Jamaica en Trinidad & Tobago, de bouwstenen gelegd voor de relatie met Cuba en zijn diplomatieke betrekkingen aangegaan. Deze relatie is door de jaren heen uitgebreid en geïntensiveerd.

Over 2 jaren wordt het 50ste Jubileum herdacht van dit partnerschap dat ondermeer is gestoeld op de principes van solidariteit, binnen het raamwerk van Zuid-Zuid samenwerking.

Deze topontmoeting is afgesloten met de aanname van een Verklaring.